Ontwerpen voor meer inclusiviteit
Toegankelijkheid en inclusie zijn essentieel om goed te kunnen functioneren. Idealiter is dit voor iedereen gelijk. Inclusieve ruimtes – afgestemd op verschillen in neurodivergente behoeften – zijn daarom noodzakelijk.
Ieder persoon neemt de wereld waarin we ons begeven anders waar. Dit verschil in waarnemen wordt vaak geduid op een spectrum van zintuigelijke onderprikkeling (hyposensitiviteit) tot zintuiglijke overprikkeling (hypersensitiviteit). Ofwel, een verschil in neurodiversiteit. Het begrijpen en integreren van deze ervaringen in ontwerpprocessen draagt bij aan een harmonieuze omgeving voor iedereen.
Naar schatting is één op de zeven mensen neurodivergent - velen van hen hebben geen officiële diagnose.
Neurodivergentie: diversiteit in denken
Neurodivergentie is geen beperking of afwijking. Het gaat meer over de diversiteit in de manier van denken. Neurotypisch is hierin de norm. Onder neurodivergentie vallen onder andere Autisme, ADHD en Dyslexie. Het bevorderen van meer inclusiviteit betekent niet alleen het wegnemen van stigma’s, maar ook het omarmen van de waardevolle bijdragen van neurodivergente mensen.
Een neurodivergent persoon verwerkt informatie vaak op een andere manier en ervaart soms hinder bij het communiceren met anderen. Om de eigenschappen, talenten en vaardigheden van neurodivergente personen tot volle ontplooiing te laten komen, en om beperkende factoren te doen verminderen, zijn inclusieve ruimtes erg belangrijk.
Wat is hypersensitief?
Hypersensitiviteit, of zintuiglijke overprikkeling, verwijst naar een verhoogde reactie op verschillende stimuli. Dit gaat bijvoorbeeld om overgevoeligheid voor geluiden, geuren en texturen. Hypersensitieve mensen ervaren deze prikkels intenser dan een neurotypisch persoon, wat vaak leidt tot overweldiging en stress. Deze verhoogde sensitiviteit vraagt om beperking van input in alledaagse omgevingen.
Wat is hyposensitief?
Hyposensitiviteit, of zintuiglijke onderprikkeling, betekent een verminderde gevoeligheid voor externe stimuli. Hyposensitieve mensen hebben vaak minder respons op bepaalde prikkels als geluiden, aanrakingen of visuele stimuli in vergelijking met de gemiddelde individu. Dit houdt in dat zij meer zintuiglijke input nodig hebben om goed te functioneren tijdens hun werk- of privétijd.
In ons onderzoek naar inclusief ontwerpen gaf 47% van de deelnemers aan in meer of meerdere mate hypergevoelig te zijn, terwijl 22% zichzelf als hypogevoelig beschouwt.
Hypersensitiviteit versus hyposensitiviteit
Zowel hyper- als hypogevoeligheid hebben invloed op het dagelijks leven. De mate van gevoeligheid en intensiteit kan echter variëren per persoon. Begrip van deze nuances zorgt voor meer acceptatie van diversiteit en draagt bij aan weloverwogen keuzes in het ontwerpen van verschillende ruimtes.
Bij inclusief design geldt daarbij de focus over het algemeen:
Hypergevoeligheid
Vraagt om controleerde, kalme en orderlijke omgevingen.
Hypogevoeligheid
Vraagt om duidelijk gedefinieerde, zeer stimulerende en georganiseerde omgevingen.
Inclusieve ruimtes ontwerpen voor hyper- en hyposensitiviteit
Ontwerpen voor diversiteit, met oog voor individuele verschillen, vergt balans, doordachte keuzes en onderzoek naar collectieve en persoonlijke behoeften. Dit kan een uitdaging zijn, maar het helpt om te erkennen dat er overlap is tussen de behoeften van neurodiverse en neurotypische mensen. Denk aan sociale interactie, het uitoefenen van creativiteit en fysieke behoeften.
Inclusief ontwerpen hoeft de creativiteit in het design niet te remmen. Het wordt aanbevolen om variatie te bieden in het ontwerp. Dit geldt voor uiteenlopende ruimtes voor bijvoorbeeld het onderwijs, kantoor of ouderenzorg. Verscheidenheid aan mogelijkheden en locaties biedt oplossingen voor werk, ontspanning, probleemoplossing en plezier.
Definiëren van duidelijke zones voor drukke omgevingen en zelfregulatie ondersteunt inclusief design. Daarnaast speelt materiaalgebruik, zoals de vloer, een belangrijke rol bij het creëren van de juiste sfeer en het juiste stimulatieniveau.
Hypergevoelig
Bij hypergevoeligheid wordt de voorkeur gegeven aan omgevingen met gecontroleerde prikkels en worden omgevingen met overmatige prikkels zoals fel licht, drukte, onbekende geuren, texturen of temperatuurschommelingen als onprettig ervaren.
- Een voorkeur voor minder zintuiglijke prikkels
- Organische, eenvoudige patronen
- Lichte, neutrale kleuren
- Schone, ordelijke ruimtes
- Weinig tot geen achtergrondgeluiden
- Een afgebakende persoonlijke ruimte
Hypogevoelig
Bij hypogevoeligheid heeft men moeite met het verwerken van acute zintuiglijke informatie (zien, horen of voelen) in een bepaalde omgeving en zijn er meer zintuiglijke prikkels nodig om informatie succesvol te verwerken.
- Een voorkeur voor meer zintuiglijke prikkels
- Gelaagdheid van texturen en vlakken
- Verzadigde, contrasterende kleuren
- Visuele stimulatie
- Geklets en/of muziek op de achtergrond
- Ruimte om te bewegen
Meer informatie over inclusiviteit in uw ontwerp?
Heeft u specifieke vragen of opmerkingen over inclusief ontwerpen? Bekijk onze gids over inclusief ontwerpen of neem contact met ons op. Wij staan klaar om uw vragen te beantwoorden en u te ondersteunen bij het creëren van inclusieve en toegankelijke ruimtes.